Marin Gerard van Heel werd in 1876 geboren. Moeder Dieuwke ter Horst was de dochter van Jan ter Horst, een van de grondleggers van de jutefabriek Ter Horst & Co. Vader Sebastiaan was directeur van de oude stoomblekerij in Nijverdal.
De familie Ter Horst heeft verschillende familiegraven en een grafkelder op de Oude Begraafplaats. Eén graf is voorzien van een ijzeren hekwerk met gietijzeren hoekbalusters. Centraal ligt de graftuin van familie D. ter Horst. De tuin is afgezet met een ijzeren hekwerk met enkele gietijzeren balusters. Voor de tuin een natuurstenen plaat met het opschrift ‘D. ter Horst 1887’.
Marin van Heels’ opa was Jan ter Horst, een van de grondleggers van de jutefabriek. Na zijn opleiding in Engeland werd de jonge Van Heel technisch directeur bij Ter Horst & Co in Rijssen.
Marin was een goede directeur volgens zijn werknemers, hij verbeterde het productieproces aanzienlijk. Wel kon hij behoorlijk kwaad worden als iets hem niet beviel.
Van Heel was een groot kunstliefhebber. Hij kocht regelmatig kunstvoorwerpen van aardewerk van de Joodse handelaar Izaak Vomberg.
In 1926 gaf Van Heel opdracht voor het stichten van een huishoudschool. Drie jaar later was het opleidingsinstituut aan de Wierdensestraat 64 (tegenwoordig: De Bekke) een feit.
De beurscrash in 1929 maakte dat Marin een groot deel van zijn vermogen verloor. Hij verkocht zijn eigen huis en ging weer bij zijn moeder wonen aan de Wierdensestraat 114.
Marin bleek na zijn dood zijn volledige kunstcollectie van aardewerk uit de 17e eeuw te hebben nagelaten aan de Oudheidkamer Riessen, de voorloper van het Rijssens Museum. De collectie is nog altijd te bezichtigen bij het Rijksmuseum Twenthe in Enschede en heeft een miljoenenwaarde. Een deel daarvan vind je in het Rijssens Museum, waar een kamer naar Van Heel is vernoemd.
Van Heel werd in 1921 erelid en erevoorzitter van de Pluimvee- en Konijnenfokvereniging ‘Rijssen’. Hij schonk een stuk grond met een hoenderpark bij het Parkgebouw.
De villa van Van Heel aan de Wierdensestraat is gesloopt toen de nieuwe wijk Molenbeekpark werd gebouwd.
Van Heel overleed in 1950. Zijn vrouw, Gertrud J.M. Willems, stierf zestien jaar later. Het echtpaar had geen kinderen.
In de noordwest-hoek ligt eenzelfde tuin van de familie J.H. ter Horst, met de inscriptie ‘J.H. ter Horst 1877’. In deze graftuin is een marmeren sculptuur geplaatst, die bestaat uit een boomstronk met een anker en een kruis aan de voet met de inscriptie ‘Ter nagedachtenis aan de geachte patroons en familie van hunne dankbare werklieden November 1889’.