Coenraad Reinier Hattink werd geboren op 19 mei 1818 te Nigtevecht. Zijn ouders waren ds. Hendrik Jan Hattink en Barendje Heijneman.
De vader van Coenraad was predikant in Nigtevecht. Na hun verhuizing naar Rijssen werd ds. Hattink daar op 25 april 1819 ook predikant bij de ‘aanzienlijke hervormde gemeente’. In Rijssen was ds. Hattink omstreden, men vond dat hij niet ‘de zuivere leer’ predikte. Coenraads moeder overleed op 25 april 1821, na de geboorte van zijn zusje Barendje Heijneman.
Coenraad kreeg thuisonderwijs en groeide godsdienstig op. Zijn vader stuurde hem in 1831 naar Ootmarsum naar ds. Petrus Immink. Vader en zoon hielden in een levendige briefwisseling contact en ontmoetten elkaar in vakanties. In een van die brieven schreef Coenraad:
“Zoo veel verdriet doet het mij te moeten vernemen, dat er ook weder tegenstrevers zijn voor u, beste vader! Doch, als ik in uwe plaats was zou ik mij daaraan niet storen, want hierdoor benadeelt gij slechts u zelven, en wint er niets mede, en daarenboven, gij zijt immers bij u zelven overtuigd dat gij de zaak naar de wet en naar uw geweten behandelt.”
Coenraad had veel belangstelling voor talen en geschiedenis. Tijdens een wandeling in Ootmarsum in 1835, ging hij langs bij zijn oude schoolvriend Tobias, die volgens zijn moeder in ‘den hof’ was… Tobias speelde met een geweer, niet wetend dat het geladen was. Het noodlot sloeg toe: Tobias richtte het geweer op zijn vriend: Coenraad stierf nog diezelfde avond.
Op de foto bovenaan deze pagina ziet u de plaats in Ootmarsum – de Latijnse school – waar het noodlottige ongeval plaatsvond.
Ds. Immink hield een preek over zijn voortreffelijke ‘jongeling’ en Coenraad werd begraven in Ootmarsum, maar later herbegraven aan de Lentfersweg in Rijssen. Mensen vertelden dat hij zichzelf van het leven zou hebben beroofd. Later werd pijnlijk duidelijk dat dit niet het geval was. Hij werd alom geprezen en door zijn docenten als kwekeling’ van de Latijnse school gezien. Tijdens het zomerexamen sprak men over een ‘hoogst smartelijk verlies’.
Op de grafsteen van Coenraad Hattink is volop symboliek terug te vinden.
De toorts (fakkel), die naar beneden wijst, staat voor de vlam des levens,
die wordt gedoofd.
De vlinder symboliseert het kortstondige leven en de slang staat voor Alpha
en de Omega: het begin en het eind.
Het symbool van het eikenblad betekent onverwoestbaarheid
en onvergankelijkheid.