Belcampo: vreemde eend in orthodoxe bijt

Herman Pieter Schönfeld Wichers – alias Belcampo – groeide op in het notarishuis van zijn vader aan de Grotestraat in het centrum van Rijssen. 
Hij genoot van de enorme speeltuin die zijn vader had aangelegd. Daar speelde hij graag met zijn broer Karel, ook wel ‘Karel van ’n netoaris‘ genoemd in Rijssen. Karel werd bekend van de zogeheten ‘keukelkoare’, waarmee hij verre reizen maakte.

In Amsterdam begon Herman Pieter een rechtenstudie, maar hij schakelde al snel over op geneeskunde.
Hij schreef als student verhalen en liet ze verschijnen via een eigen uitgeverijtje, ‘De Arend’.  
Daarna werden Kosmos en Querido zijn uitgevers.

Karel en Herman Pieter (Belcampo).
Het huis aan de Grotestraat.
Bevalling

Na zijn studie trok Belcampo een jaar liftend en wandelend door Europa. Hij vestigde zich als arts onder meer in Bathmen. Daarna werd hij studentenarts in Groningen. Er verschenen diverse bundels met verhalen van zijn hand. Daaronder enkele legendarische anekdotes. Zo wordt in Bathmen nog altijd het volgende verhaal: De kersverse arts werd ooit geroepen om een bevalling te begeleiden. Hij fietste naar de afgelegen boerderij en stelde vast dat ’t nog wel even kon duren voor het kind ter wereld zou komen. ‘Schikt mear een eanke op’, zei hij tegen de kraamvrouw, stapte in bed en deed een ontspannen dutje.

Koffie

Op hoge leeftijd fietste Belcampo nog door Nederland en belandde zo in Enter. De volgende dag zou hij vertrekken naar zijn woonplaats aan het Schuitendiep in Groningen. De gastvrouw stelde voor hem een thermoskan met koffie mee te geven, maar dat sloeg hij af.
Herman Pieter verklapte zijn tactiek: als het tijd werd om te pauzeren, stopte hij bij een boerderij en bleef bij het hek staan. Hij wachtte tot de vrouw des huizes naar buiten kwam, vaak in verband met het blaffen van de boerderijhond. Dan toverde hij een filterzakje met gemalen koffie uit zijn borstzakje en vroeg om heet water, om koffie te kunnen zetten. ‘Koffie kunt u binnen ook wel meedrinken’, was dan doorgaans het antwoord en zo was hij weer gast aan een nieuwe tafel.
 ‘En dan zijn ze me nog lang niet kwijt’, onthulde hij later.

Schermafbeelding 2021-06-16 om 11.29.08
Het grote gebeuren

Belcampo had Rijssen af en toe nodig als decor, omdat veel van zijn verhalen gebaseerd waren op een alledaagse werkelijkheid. Hij beschreef deze boeiend en vanuit zijn fantasie. Die verbeeldingskracht werd consequent doorgevoerd. Zijn boek Het grote gebeuren (Belcampo, 1946) deed heel wat stof opwaaien. Uitgangspunt van dit verhaal was een fragment uit het Bijbelboek Openbaringen van Johannes, waarin het vergaan van de wereld wordt geschetst, met voorafgaande symptomen en het Laatste Oordeel. 
Een verhaal met een ijzersterk plot, maar tegelijk ook zijn meest omstreden verhaal. Voor een deel van de Rijssenaren was en is dit verhaal ongeoorloofde spotternij. 
Belcampo heeft vaak herhaald dat hij nooit de bedoeling had om Rijssen of de Rijssense geloofsbeleving belachelijk te maken. Hij gebruikte zijn geboortestad als ruimte, als decor en werkelijkheid, uitmondend in een fantasierijke vertelling.

Vreemde eend

Belcampo kreeg zijn religieuze opvoeding in de vrijzinnige Nederlandse Protestantenbond. In Rijssen was hij een vreemde eend in de orthodoxe bijt. Een paar bekende verhalen van Belcampo: Het verhaal van Oosterhuis, Bekentenis en De Achtbaan. Hij schreef één verhaal in het Rijssens dialect: Gemengd Bericht.

Begrafenis Belcampo te Rijssen in oude stijl.