Johannes Knottenbelt (1870-1950) – door de Rijssenaren veelal ‘Knotje’ genoemd – werd in 1913 burgemeester en bleef tot 1937 in functie.
In 1916 waren veel landen in oorlog, ook op zee. Grondstoffen waren schaars en jute werd niet meer aangevoerd. De firma Ter Horst en Co in Rijssen legde daarom fabrieken stil. De arbeiders konden werken bij de ontginning van ‘de Verdeeling’, een woest gebied aan de zuidwestkant van Rijssen.
De Rijssenaren leefden in die tijd erg primitief. Honderd jaar eerder zei Willem de Clercq, directeur van de Nederlandse Handel-Maatschappij, over Rijssen: ‘Een zeer vuile plaats, het ellendigste dorp dat ik ooit heb gezien.’
Knottenbelt zorgde ervoor dat de mesthopen uit de straten verdwenen en Rijssen een schoon stadje werd.